Cookie beleid FC Ommen

De website van FC Ommen is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Ajax en C.S.O., de zaterdagse voorlopers van OZC

Ajax en C.S.O., de zaterdagse voorlopers van OZC

Ajax en C.S.O., de zaterdagse voorlopers van OZC

Sinds 2021 heeft Ommen één voetbalvereniging, die heel toepasselijk ‘FC Ommen’ heet. Het betrof een fusie van OVC ‘21 en OZC. De oudste voetbalvereniging van Ommen, die ooit als ‘O.V.C.’ begon (en later ‘v.v. Ommen’ heette), werd opgericht in 1921 en speelde haar wedstrijden op zondag. O.Z.C. (later zonder puntjes) zag in 1959 het levenslicht. De ‘Z’ in de afkorting stond voor ‘Zaterdag’, want daarover mocht geen enkel misverstand bestaan. Ook vóór 1959 werd er in Ommen echter al op zaterdag gevoetbald. In de jaren ’30 gebeurde dat bij ‘Ajax’, in de jaren ’50 bij ‘C.S.O’.

Beginjaren O.V.C.

De voetbalvereniging O.V.C. (later ‘v.v. Ommen’ en sinds 2002 ‘OVC ‘21’) werd opgericht op dinsdag 19 april 1921 tijdens een door enkele jongelui bijeengeroepen vergadering in de voormalige muziektent op de Markt. De club kreeg van Jacob van der Boon (1890-1976) de beschikking over een stuk land aan de Zeesserweg. Een jaar later volgde de verhuizing naar een terrein genaamd ‘Laarmanshoek’ aan de Zwolseweg. Het veld was gesitueerd tegenover de huidige begraafplaats, niet ver van Ada’s Hoeve. In 1923 verhuisde de club naar De Paardenweide achter Huize Het Laar. In het seizoen 1929-1930 kreeg O.V.C. de beschikking over het terrein in Het Laar (later bekend als het hertenkamp en tegenwoordig als kinderboerderij met speelveld), waar de Ommer voetballers tot de verhuizing naar De Rotbrink in 1976 zouden blijven. In de (crisis)jaren ’30 waren er rond de dertig leden. De contributie in die tijd bedroeg vijf cent per week voor leden tot 18 jaar en wie deze leeftijd was gepasseerd tien cent per week. Kampioenschappen voor het seniorenelftal waren er voor het eerst in de seizoen ’30-’31 en ’32-’33.

Afbeelding1.png

Men durfde het soms zelfs aan om enkele grote clubs uit de regio ‘uit te dagen’, zoals PEC uit Zwolle in 1933 (foto) en het eveneens Zwolse ZAC in 1934. De eerste wedstrijd op 1 juni 1933 ging ‘slechts’ op 2-4 verloren (na een ruststand van 2-2), de wedstrijd tegen ZAC met de roemruchte Bep Bakhuys in de gelederen werd helemaal legendarisch (uitslag 7-7!).

Principiële redenen

In 1934 kreeg Ommen er een voetbalvereniging bij: Ajax. In Amsterdam was er al eerder een club die op het idee was gekomen zich te vernoemen naar een Griekse god, al moesten de latere gloriejaren van de hoofdstedelingen toen nog komen. In Ommen ging Ajax op zaterdag spelen. Voor de meeste leden was dat om principiële redenen: vanwege godsdienstige overwegingen van henzelf of hun ouders wilde men niet dat de zondagse kerkgang concurrentie zou krijgen. De Ommer zaterdagvoetballers huurden het oude terrein op De Paardenweide van O.V.C. en werkten hun wedstrijden af in de Afdeling Twenthe van de KNVB. Kwam Ajax eens een speler tekort, dan was er altijd wel een O.V.C.’er die op z’n vrije zaterdag zin had een balletje mee te trappen. Daar deed men in de jaren ’30 nog niet zo moeilijk over. Omgekeerd kwam minder vaak voor, maar de reden daarvoor zal niet moeilijk te bedenken zijn.

Afbeelding2.png

Op de foto Ajax Ommen in de tweede helft van de dertiger jaren. Staand van links naar rechts: Hendrik Middendorp (1911-?), Jan Middendorp (1914-2005), Herman van Aalderen AJzn. (1910-1945), bestuurslid Herman van Aalderen Rzn. (1912-1979), Harm Takman (1917-2005) en Gerrit Makkinga (1918-1996). Middelste rij: Albertus Makkinga (1917-2010), Johannes van Aalderen (1912-1979) en Hendrik van Aalderen (1917-1971). Onderste rij: Mannes Makkinga (1910-1971), Gerrit Schuurman (1913-1967) en Jan Makkinga (1913-2005).

De oorlogsjaren maakten abrupt een einde aan plezier van de Ommer zaterdagvoetballers, al in 1940 werd Ajax opgeheven. Herman van Aalderen AJzn. (staand derde van links) kwam op tragische wijze aan het eind van zijn leven. Hij werd ‘toevallig’ getroffen bij de voorafgaande beschieting die de bevrijding van Ommen op 11 april 1945 inluidde. Herman was nog slechts 35 jaar. Een andere bekende voetballer was keeper Gerrit Schuurman. Gerrit richtte in de jaren ’30 de bekend geworden ‘pannenfabriek’ aan de Schurinkstraat op (waar in later jaren zalencentrum Huzen was gevestigd). Hij was gespecialiseerd in cement en beton. Gerrit was getrouwd en vader van acht kinderen, onder wie de latere ‘OZC’-broers Johan, Adri en Alex. Op 8 mei 1967 vond hij de dood bij een noodlottig verkeersongeval nabij het Varsener viaduct. Hij was op dat moment 54 jaar oud. Het zal voor zich spreken dat dit grote, blijvende impact moet hebben gehad op zijn vrouw en kinderen, maar ook op zijn bloeiende bedrijf. Albertus Makkinga was eveneens ‘Ajacied’. Hij werd in Ommen beter bekend als ‘Bats van de bakker’ of nog korter ‘Bakker Makkinga’. In het ‘Trefblad’ (het clubblad van OZC) van november 1981 vertelde de inmiddels 63-jarige bakker in ruste over zijn vroegere ‘carrière’. “Ik speelde meestal linksbinnen. Ik heb ook nog een keer in een vertegenwoordigend elftal gespeeld. Dat was een elftal uit de regio. Ja, ik mocht graag voetballen. Vroeger ging het niet zo gemakkelijk. Je had maar weinig geld, ik weet nog dat we bij Ajax moesten sparen voor de doelnetten. Maar we hadden veel plezier. We speelden vaak tegen O.V.C., dat ging zo’n beetje om en om. We moesten ook een keer in Hardenberg spelen. Kleedkamers had je toen nog niet, dus we moesten ons omkleden in café Zweers, boven op zolder. We wonnen die wedstrijd met 4-2. Ik maakte nog twee goals. Ik ging op de schouders het veld af. Dat hoefde trouwens van mij niet. Groot feest was dat, zeg! Nou hadden ze bij Zweers net geslacht, want er hingen allemaal worsten. Toen we weggingen hingen ze er niet meer, maar zet dat er maar niet in. Ze waren wel lekker, hihihihi!”

Dominee

Na de oorlog begon het bij zaterdagvoetballers in Ommen toch weer wat te kriebelen. Het duurde tot 1949 dat er weer spijkers met koppen werden geslagen. Na veel overleg kwam men op de weinig creatieve, maar wel veelzeggende naam C.S.O. (‘Christelijke Sportclub Ommen’). De nieuwe club herbergde zowel een voetbal- als een korfbalafdeling. Vooral door toedoen van de toenmalige gereformeerde predikant Kornelis Jochem Schaafsma (1911-1983) werd ervoor gekozen geen algemene, maar een christelijke vereniging te stichten. Voorzitter van het oprichtingscomité was Marten Groen (1901-1961) uit Witharen. De oprichtingsvergadering van C.S.O. vond plaats op woensdag 7 oktober 1949 in Hotel-Café Stegeman.

Afbeelding3.png     Afbeelding4.png


Op de eerste ledenlijst van C.S.O. staan 45 namen. De oudste leden waren de 41-jarige Jan Steen (1908-1985, uitbater van Café Weertman) en de 40-jarige Herman Stolmeijer (1909-2002, leraar Frans op de Chr. ULO Groen van Prinsterer aan De Maat), de 37-jarige schilder Albert Jan Vosjan (1912-1978) en de al eerder gememoreerde inmiddels 36-jarige Gerrit Schuurman (1913-1967). Jongste lid was de 10-jarige Evert Veltman (1938-2002), de (half)broer van de latere OZC’ers Henk en Johan Kosters. Uit de ledenlijst zou kunnen worden geconcludeerd dat er ruimte was voor twee senioren- en één juniorenteam.

 

Tegengeluid

Het bestuur van ‘zuster’-vereniging O.V.C. nodigde zichzelf bij de oprichtingsvergadering van C.S.O. uit. Voorzitter Wim Andela, die in 1946 als onderwijzer was aangesteld aan de openbare lagere school op het Vrijthof, nam zelfs het woord. In ‘De Voorzet’ (het clubblad van O.V.C./v.v. Ommen) van oktober 1949 werd zijn bijdrage afgedrukt. “Enige tijd geleden wisten we reeds dat er hier ter plaatse plannen bestonden om te komen tot de oprichting van een Christelijke Sportvereniging. Een van onze bestuursleden heeft toentertijd een van de heren van het comité van oprichting gepolst over de mogelijkheid, hoe men van hun kant zou staan tegenover een gebaar van onze kant om naast de Zondagmiddagelftallen ook een Zaterdagmiddagelftal het veld in te sturen. Men is hier toen niet verder op ingegaan. Ik kom in deze vergadering nogmaals met dit voorstel, want ik zou het erg jammer vinden dat naast de verdeeldheid die we al zoveel in deze gemeente vinden er ook nog een splitsing op het gebied van de sport zou moeten komen. Vandaar dat ik U ernstig in overweging zou willen geven om, zoals o.a. in meerdere gemeenten ter wille van de eenheid heeft plaatsgevonden, dit voorstel in bespreking te willen brengen.” Andela’s wijze woorden vonden geen gehoor, kennelijk was de (verzuilde) tijd er nog niet rijp voor. De onderwijzer was duidelijk wel teleurgesteld. “O.V.C.-vrienden, het heeft niet zo mogen zijn. Persoonlijk heb ik dit erg betreurd, maar wij zullen ondanks dit, onze mooie vereniging nog krachtiger maken.” Al te haatdragend was O.V.C. overigens niet, getuige ‘De Voorzet’ van november 1949: “Op 8 Oct. nam de C.S.O. officieel haar terrein aan de Koesteeg in gebruik. De vriendschappelijke wedstrijd eindigde in een overwinning voor C.S.O. Wij wensen de C.S.O. geluk met haar nieuwe terrein en hopen dat het haar zal gelukken in de Zaterdagcompetitie de naam van Ommen hoog te houden.”

Afbeelding5.png

                                

Gebrekkige omstandigheden

Het veld achter Hotel-Café Stegeman werd gehuurd voor fl. 300,- per jaar. In 1952 verhuisden de voetballers van C.S.O. naar de Paarde(n)weide. Het Overijssels Dagblad van 26 augustus 1952 had hier niet al te veel vertrouwen in. “De reden van deze verandering is ons niet bekend, maar o.i. is dit met het oog op de grote afstand van Ommen geen verbetering”, aldus de verslaggever die niet kon worden betrapt op een al te diepgaand onderzoek.

De reeds genoemde Herman Stolmeijer en leider/aanvoerder Jacob van Aperlo (1919-1995) schreven hiervoor reeds op 11 mei 1950 een brief aan het gemeentebestuur met het verzoek een gemeentelijk sportpark aan te leggen voor Ommer jeugd en voor Ommen als recreatieoord. In 1954 wilde de gemeente Ommen een terrein aankopen van 10 ha achter het nieuwe openluchtzwembad Olde Vechte. De prijs van de grond bedroeg 57½ cent per m2, wat neerkwam op een totaal bedrag van fl. 57.500,-.

De Gedeputeerde Staten van Overijssel wezen het plan echter af, omdat de opzet te royaal zou zijn. Voor zowel de gemeenteraad als de verschillende sportverenigingen was dit een flinke domper. Er zouden jaren verstrijken en eerst moest er eind jaren ’60 nog een verhuizing plaatsvinden naar een terrein aan de Haarsweg, alvorens het plan in 1976 in de vorm van sportpark De Rotbrink alsnog gestalte zou krijgen.

Afbeelding6.png
Afbeelding7.png                         

 

Er was een voetbalveld, maar daar was het meeste wel mee gezegd. “We hadden geen kleedkamer en er was ook geen training”, herinnerde Hendrik Jan (Henk) Seinen (geb. 1938) zich in het ‘Trefblad’ van december 1982. “De tegenstanders kleedden zich om bij Hotel Stegeman.”

O.V.C./v.v. Ommen was ondertussen al wel overgegaan tot het plaatsen van kleedkamers bij het veld. Begin 1950 besloot de vereniging hiertoe over te gaan, mede naar aanleiding van een KNVB-voorschrift, dat er goedgekeurde kleedgelegenheid aanwezig moest zijn.

 

Afgedroogd                                    

Een al te sterk eerste elftal had C.S.O. niet. Zo ging een vriendschappelijke wedstrijd tegen O.V.C. in mei 1950 met liefst 11-2 verloren. Bartje, pseudoniem voor de Ommer journalist Henk Jan van der Beek (1903-1969), stond er ‘Langs ’t lijntje’ bij en schreef erover in de gelijknamige rubriek in ‘De Voorzet’ van juni 1950. “Het is ook wel eens aardig op een ander terrein langs-de-lijn te staan, in dit geval het veld van C.S.O., dat bij ons herinneringen oproept aan de vroegere Paardenweide. Ook hier moeten eerst de paarden en koeien verdreven worden, alvorens men tot het spel kan overgaan. Er is geen afrastering en ook geen gemakkelijk zitje, maar ach, voor echte volgelingen van King Soccer maakt zulks niet veel uit. Wat we wel misten was het vrouwelijk schoon, trouwens de gehele publieke belangstelling was gering. Maar de spelers in het veld lieten zich hier niet door ontmoedigen. Ook hier langs de lijn van die doorgewinterde clubchauvinisten, die na een 8-1 stand voor Ommen met een staalgezicht beweren: ‘Het is nog niet afgelopen.’. Zo’n gezegde dat niets zegt en alles zegt. Nu het was inderdaad nog niet afgelopen, want het werd zelfs 11-2. Maar Van Aperlo en zijn mannen namen de nederlaag sportief op, zoals dat goede sportmensen betaamt. Onze doelman Webbink had het zo rustig, dat hij tussentijds een ijsje stond te nuttigen.” Volgens Van der Beek was het ‘een wedstrijd met aardige momenten, ondanks het grote krachtsverschil’. “Het had bijvoorbeeld zonder heel veel moeite evengoed 15-0 kunnen zijn. Ons verheugde in het bijzonder de prettige verstandhouding in het veld en die is niet in doelpunten uit te drukken. Zowel, dan zouden wij zeggen 15-15.”

 Afbeelding8.png                 

 

Rechterrijtje

Ook in de competitie waren de prestaties van het eerste elftal van C.S.O. op z’n zachtst gezegd nogal wisselvallig. Meestal belandden de Ommer voetballers in ‘het rechterrijtje’, al bestond die uitdrukking zeventig jaar geleden nog niet. Het eerste seizoen (’49-’50) werd C.S.O. achtste in de 2e klasse C. Er werden 10 punten behaald uit 18 wedstrijden (een overwinning leverde destijds geen drie, maar nog slechts twee punten op). De doelcijfers bedroegen 30-61. Het seizoen erop bleef het aantal punten steken op acht, maar de daarop volgende twee ging het iets beter en in seizoen ’52-’53 behaalde C.S.O. zelfs een tweede plaats in de 2e klasse B (achter kampioen Kloosterhaar 2). De stijgende lijn werd vervolgens niet doorgezet, maar in seizoen ’54-’55 werd de ploeg derde en promoveerde C.S.O. naar de 1e klasse B. Al te lang duurde de feestvreugde niet, want het seizoen erop was het met een laatste plaats alweer degraderen geblazen. In seizoen ’56-’57 (tweede klasse D) was het eerste elftal van C.S.O. het enige standaardteam tussen verder allemaal tweede en derde elftallen, als Gramsbergen 2, HHC 3, DKB 2 en Avereest 2. De laatste wedstrijd van het seizoen werd gespeeld in april 1957 en zou ook de laatste wedstrijd van C.S.O.-1 in het algemeen zijn. De Ommenaren moesten naar ‘Banthum’ voor de ‘altijd lastige’ uitwedstrijd tegen Bergentheim 2, dat al kampioen was. C.S.O., dat knap tweede stond, ging lange tijd met 2-1 aan de leiding. Uiteindelijk won Bergentheim nog ruim met 5-2. De beenbreuk van Ommenaar Gerrit Hendrik (Henk) Steen, die als aanvoerder voorop ging in de strijd, betekende de ommekeer in de wedstrijd. Steen (1921-1993) kon zich in het jubileumboek ‘25 jaar OZC’ uit 1984 weinig meer van de wedstrijd van 27 jaar eerder herinneren. Wel wist hij nog wel dat zijn been in een kachelpijp werd gelegd. Hij voetbalde daarna echter nooit meer.

Afbeelding9.png

                        

‘Postbode’ Steen

Seizoen 1957-1958 hield C.S.O. te weinig senioren over om een representatief elftal op de been te kunnen brengen en trok zich daarom terug uit de competitie. Er kwamen nauwelijks nieuwe leden bij en die waren wel nodig om de vereniging op peil te houden. Wel kon er nog een A-juniorenelftal in worden geschreven, maar dat zou ook voor het laatst zijn. ‘Postbode’ Steen had het wel even gehad met voetballen. Zelf kon hij dat sowieso niet meer, maar de vereniging nieuw leven helpen inblazen zag hij ook niet zitten. Dan zou alles of in ieder geval heel veel waarschijnlijk weer op hem neerkomen, verzuchtte hij in het genoemde jubileumboek. “Ik had de buik goed vol van C.S.O.” Het bloed kroop echter waar het niet gaan kon. En niet voor niets zou Steen later ‘de vader van het zaterdagvoetbal in Ommen’ worden genoemd. En dus liet hij zich nog een keer overhalen. “Ze waren al een paar keer bij me geweest, al had ik er eigenlijk geen zin meer in. Met het oog op m’n eigen kinderen heb ik toch ja gezegd. Ik had een paar opgroeiende jongens (Henk en Jan, ms) en die wilde ik ook een kans geven.” De in 1959 nieuw opgerichte vereniging (O.Z.C.) werd, in tegenstelling tot C.S.O., geen christelijke. “Iedereen die niet op zondag wilde voetballen, moest terecht kunnen bij ons”, meende Steen. “Wil je een christelijke vereniging zijn, dan moet je dat waar kunnen maken en dat is heel moeilijk”, vulde medeoprichter Albertus (Bats) Jurjens (1930-2014) aan in het jubileumboek.

Een leuke anekdote vertelt ten slotte in twee delen hoe zondag- en zaterdagvoetbal in Ommen decennia lang tegen elkaar aankeken. Uit het jubileumboek ’75 jaar v.v. Ommen’ (1996): “Op Het Laar spelen in de zestiger jaren de A-junioren van Ommen een competitiewedstrijd tegen stadgenoot OZC. Ommen wint met 11-0. Na afloop stapt de leider, Bernard Habers, naar Henk Steen, leider van de A-junioren van OZC, prekende de nuchtere woorden: ‘Tja, Steen, ze gingen erin als Gods woord in een ouderling’.” De anekdote stond ook reeds beschreven in het jubileumboek ’25 jaar OZC’ (1984). Daar vertelde Bats Jurjens hoe het verder ging: “Een tijd later hadden wij een heel leuk elftal opgebouwd. We hadden al iets van 100 doelpunten voor en acht tegen. We wonnen toen van Ommen met 11-1. Henk Steen liep toch even langs Habers en kon het niet laten te zeggen: ‘Tja, ze gingen er vandaag in als Gods woord in een ouderling’.”

Anno 2022 is FC Ommen de enige voetbalvereniging ter plaatse. Voor een anekdote als daarnet beschreven is alleen nog plaats in een historisch tijdschrift.

 

Bronnen:

‘De Voorzet’, clubblad van v.v. Ommen, oktober en november 1949 en juni 1950.

Ledenlijsten C.S.O., 1949-1950 en 1955-1956.

‘Zo was het, plaatjes uit het oude Ommen en zijn omgeving’, G. Steen, 1979.

Jubileumboek ‘25 jaar OZC’ (1984), ‘40 jaar OZC’ (1999) en ‘60 jaar OZC, van Paardeweide tot Westbroek’ (2019).

‘Trefblad’ (clubblad van OZC), november 1981 en december 1982.

Jubileumboek ’75 jaar v.v. Ommen’ (1996) en ‘100 jaar OVC ‘21’ (2021).

Archief Overijssels Dagblad (via Delpher).

 

Met dank aan: Rien Habers, Alex Schuurman, Henk Seinen en Harry Woertink (allen Ommen), Jan Steen (Dalfsen) en Erik Timmerman (Deventer).

Mannes Schoppink.

Afbeelding10.png

 

Ommen in 1958, de tijd waarin de twee grote kerken letterlijk en figuurlijk nog heel beeldbepalend waren (foto Herman Wigbels/OudOmmen).

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!